Page 77 - 25 gedenkwaardige feiten in het Brussels Hoofdstedelijk gewest
P. 77
25 JAAR – 25 GEDENKWAARDIGE FEITEN IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST • HUISVESTING • 69WONENArtikel 23 van de Belgische Grondwet bepaalt dat iedereen recht heeft op behoorlijke huis- vesting. Maar dan moet de overheid zich wel de middelen toemeten om de huurwoningen te verbeteren en huisjesmelkers te helpen be- strijden, in samenwerking met het gerecht. Op 1 juli 2004 is daarom de Huisvestingscode van kracht geworden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, met als doel spelregels vast te leggen voor de Brusselse huurwoningen, want tot dan toe bestonden er geen dergelijke regels. Op die manier wou het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bovendien feitelijk behoorlijke huis- vesting garanderen aan al zijn inwoners.Op hetzelfde moment startte ook de Gewestelijke Huisvestingsinspectie haar activiteiten op. Die activiteiten betreffen de controle van de veiligheids-, gezondheids- en uitrustingsver- eisten die de code oplegt. De code is overigens gewijzigd in 2013.Die omvangrijke opdracht houdt in dat Brussel Stedelijke Ontwikkeling ingezet wordt binnen de GOB. Meerdere structuren van dit bestuur zetten de theorie om in praktijk: de Directie Gewestelijke Huisvestingsinspectie (2004) en de cel Leegstaande Woningen, een onderdeel van de Directie Huisvesting (2012). Het Woon- informatiecentrum centraliseert alle informatie, wet- en regelgeving, enz. om de vragen van het publiek te beantwoorden.Om te garanderen dat de normen opgelegd door de Brusselse Huisvestingscode nageleefd wor- den, beschikt de Directie Gewestelijke Huis- vestingsinspectie over onderzoekscellen met inspecteurs en architecten: die controleren de staat waarin de woningen verkeren. Een maat- schappelijke cel helpt op haar beurt de huurders van wie de woning niet langer verhuurd mag worden, aangezien ze niet voldoet aan de vei- ligheids-, gezondheids- en uitrustingsvereisten.De Directie Gewestelijke Huisvestingsinspec- tie komt hoofdzakelijk tussen naar aanleiding van klachten ingediend door huurders, maar ook door gemeenten, OCMW’s, enz. Die klach- ten leiden over het algemeen tot een ingebre- kestelling om de noodzakelijke werken uit te voeren, gevolgd door het opknappen van het goed. In bepaalde gevallen leiden de klachten tot een onmiddellijk verbod om de woning te huur te stellen, gevolgd door sociale bijstand aan de huurder met het oog op zijn/haar her- huisvesting. Na het verhuurverbod verstrektde Directie Gewestelijke Huisvestingsinspec- tie een conformiteitscontroleattest nadat de verhuurder alle werken heeft uitgevoerd. De inspectie neemt ook het initiatief om bezoeken uit te voeren. Zo worden de woningen die deze directie controleert behoorlijk opgeknapt.